Voortgezet onderwijs

Docenten in hun kracht, zonder overmatinge stress

Net als in het primair onderwijs staan docenten in het voortgezet onderwijs aan de basis van de onderwijskwaliteit en worden ook zij geconfronteerd met stress, onder andere veroorzaakt door de toegenomen druk die op hen rust. De bron van energie en plezier lijdt hieronder en heeft een negatief effect op de motivatie en betrokkenheid.

De basiskennis, basisvaardigheden en de motivaties van middelbare scholieren zijn in de hersenen gevormd in het primair onderwijs en in de thuissituatie. Dit wil echter niet zeggen dat de ontwikkeling van hun hersenen al is voltooid. In tegendeel! De hersenen zijn nog volop in ontwikkeling en dit beïnvloedt het gedrag en het leervermogen van leerlingen. Daarnaast zijn adolescenten snel afgeleid en spelen groepsprocessen een belangrijke rol bij de sfeer en rust in de klas.

Reden te meer om docenten meer kennis en vaardigheden te geven die ze kunnen gebruiken om hun eigen stress te beheersen en ook om een goed en rustig leerklimaat te creëren en te handhaven in de klas.

Een beter leerklimaat creëren met behulp van de Neurocognitieve Aanpak

Het trainingsprogramma van Level2Teach laat docenten in een eerste module (Persoonlijkheid en motivatie) kennismaken met hun eigen intrinsieke en extrinsieke motivaties. Daarnaast geeft het inzicht in hoeveel zelfvertrouwen zij hebben en hoe zij zich gedragen binnen een groep. Ook wordt gekeken hoe zij reageren in moeilijke of complexe situaties, oftewel de mate van adaptiviteit (aanpassingsvermogen) die zij hebben. Al deze informatie over de docent wordt verzameld in een gedragsprofiel: profil’INC. Het gedragsprofiel wordt samen met de docent besproken. Zo komt de docent achter aspecten die demotiverend kunnen werken en hoe deze kunnen worden verminderd door middel van diverse tools. Het begrijpen hoe de eigen motivaties het gedrag beïnvloeden geeft ook inzicht in hoe ontwikkelende drijfveren een grote invloed zijn op het gedrag van de leerlingen en het effect hiervan op het leerklimaat. De kennis en vaardigheden van deze module kunnen de docenten derhalve ook goed gebruiken bij de begeleiding van de leerlingen.

De tweede module, die ook specifiek gericht is op de docent zelf, is de module Sturing van mentale modi, waarin de docent leert wat de (neurocognitieve) oorzaken van stress zijn en hoe hij of zij deze (zelf) kan leren beheersen door middel van het sturen van het adaptief gedrag.

De derde module “Volwassen denken” is meer gericht op het gedrag van de leerlingen. Het adaptieve vermogen, gezeteld in de prefrontale cortex is pas volgroeid op de leeftijd van circa 25 jaar. Dit betekent dat kinderen minder “makkelijk” kunnen schakelen naar een adaptieve, meer “volwassen” manier van denken. Het is echter wel mogelijk om het adaptieve vermogen te stimuleren en kinderen aan te leren hier al meer gebruik van te maken. Deze module leert docenten om de prefrontale cortex van leerlingen te stimuleren, door middel van oefeningen.

Neurale netwerken “verstoren” het gedrag van adolescenten

De hersenen van adolescenten zijn nog steeds in ontwikkeling en spelen hierdoor een belangrijke rol in hun gedrag. Tevens wordt hun gedrag beïnvloed door de hormoonhuishouding. De meeste mensen zijn hiervan op de hoogte, maar men kent niet de onderliggende oorzaken en gevolgen hiervan. De Neurocognitieve Aanpak geeft docenten nieuwe inzichten in de werking van de hersenen en de gevolgen op het gedrag van deze leeftijdsgroepen met de vierde module: Omgaan met agressie en woede.

Gregaire regie, die groepsgedrag stuurt, is deels genetisch bepaald, maar ontwikkelt zich nog door tot een jaar of 15. Naast deze ontwikkeling tijdens de adolescentie, wordt dit deel van de hersenen nog regelmatig beïnvloed door hormonen, waardoor dit netwerk, frequenter dan bedoeld, de regie overneemt. Dit kan leiden tot ongewenst, irrationeel gedrag (woede en zelfs agressie), gedreven door dominantie of groepsgedrag. Dit gedrag kan echter nog worden beïnvloed of zelfs worden gedeconditioneerd door hier bewust aandacht aan te besteden.

De emotionele regie, verantwoordelijk voor de verschillende persoonlijkheden, stuurt het gedrag op basis van de opgeslagen kennis, normen en waarden. Dit netwerk wordt gedurende het hele leven gevuld, dus is dit voor adolescenten nog niet “volleerd”. Dit betekent dat de “automatische piloot” van leerlingen nog niet volledig en betrouwbaar is geprogrammeerd en dat het handelen in deze modus nog wel eens tot conflicten (stress) kan leiden.

De hierboven beschreven regieën resulteren in wezenlijk ander gedrag, ook al lijkt het vaak op elkaar. Het is in dit kader belangrijk om het gedrag van leerlingen goed in te kunnen schatten en hier op gepaste wijze mee om te gaan. De module “Omgaan met agressie en woede” gaat in op de problematiek die juist voor deze groep leerlingen zo typerend is en geeft de docenten tools om ook dit gedrag te leren beheersen

Opleidingsmodules voor het voortgezet onderwijs

Persoonlijkheid en motivatie

Het programma biedt een innovatief gedragsprofiel: profil’INC, dat helpt om de motivatie van individuen te begrijpen. Dit profiel is een instrument om het deel van de persoonlijkheid te identificeren en te ontwikkelen dat een bron is van duurzame motivatie en plezier (primaire drijfveren) en om de impact van voorwaardelijke (secundaire) motivaties (een bron van demotivatie en negatieve overtuigingen) te identificeren en te verminderen.

Sturing van mentale modi

Het trainingsprogramma biedt docenten een model van inzicht in stress, de oorsprong en de emoties die daaruit voortvloeien (angst, agressie, ontmoediging, enz.). Naast dit inzicht biedt deze module een inleiding tot stressmanagement.

Eerst wordt geleerd aan de deelnemers om de drie vormen van stress te identificeren, of het nu de eigen stress is of die van anderen. Vervolgens leren deelnemers om, indien noodzakelijk, van een automatische naar een adaptieve modus te schakelen. Dit is essentieel om ons gedrag ( doen, denken en zijn) aan te passen, om de rust en de dialoog voor een goed leerklimaat opnieuw te vinden.

Volwassen denken

Deze module biedt concrete tools om leerlingen een andere (meer volwassen, adaptieve) manier van denken te laten verkennen door over te schakelen van een emotionele / automatische mentale gemoedstoestand of -modus naar een adaptieve mentale toestand of -modus (de zogenaamde “prefrontale”), met als gevolg aanpassing, assertiviteit en dus rust.

Aangezien de prefrontale cortex bij adolescenten nog niet volledig is ontwikkeld, wordt door middel van deze module een extra stimulans gegeven aan de ontwikkeling.

Omgaan met agressie en woede

Dit trainingsprogramma biedt een model voor het begrijpen van de verschillende vormen van agressie en machtsverhoudingen met betrekking tot de besluitvormingscentra van de hersenen, die in een groep van adolescenten, zoals de schoolklas worden aangetroffen. Het biedt concrete tools om adequaat te communiceren in geval van moeilijke en spannende situaties in de klas. Dit programma helpt ook conflicten te voorkomen, die worden veroorzaakt door leerlingen die dominantiegedrag vertonen.